De Noord-Europese inwoner en de vluchteling in een kamp zijn om de beurt aan het woord tijdens de loc down:


‘Ik word gek van het binnen zitten;’

-‘Wij leven buiten en kunnen niet geïsoleerd worden;’

‘Ik word gek van het handen wassen;’

-‘Wij hebben geen zeep;’

‘Ik kan niet meer naar de kroeg;’

-‘Wij hebben geen water;’

‘Ik moét wel hamsteren;’

-‘Wij hebben haast geen eten;’

‘Ik vind dat er te weinig ic-bedden zijn;’

-‘Wij hebben hier geen ziekenhuis;’

‘Ik wil dit weekend naar het strand;’

-‘Wij zíjn hier gestrand;’

‘Oké, ik vind dat iedereen in deze tijd wél aardig voor elkaar is;’

-‘Wij zijn niet gewenst...’


Anne-Marie Radstake-Polet

Toen het coronavirus Europa bereikte

Lees over het spiegeltje aan de wand;

Over 7 dwergen die niet van knuffelen houden;

 Een enge heks, maar die is verkouden;

 De boze wolf die niet meer is, want

 hij is onlangs doodgereden in ons land;

 Een toverspiegel die het monddoekje

van de prinses weerspiegelt in het glas

en zo laat zien dat die van haar gewis

 het mooiste van het land was en is;

 De lockdown die niet wordt opgeheven,

want Corona is nog in leven en dan:

eind goed al goed, eindelijk die kus

na het vinden van het anti-virus.



Anne-Marie Radstake-Polet

Sneeuwwitje in coronatijd