wie niet voor wekenlang de bok op wil

om daarna uitgedoofd en stil

de rest van zijn leven te herstellen

van door coma verwoeste hersencellen

-mij moeten ze dat niet flikken-

kan de bittere pil nu beter slikken

uitkijken en zich hoeden voor corona

desnoods vermomd met masker of bandana

de bubbel respecteren en zich isoleren

van de geïnfecteerde medemens

-of blijft de vrijheid bij een vrome wens?-


Roland Derveaux

TEGEN MOLENS VECHTEN OPTIMIST

de berk bruist in al zijn vezels 

zijn tenen woelen in malse aarde

zijn dunne haren zijn gesnoeid

aan zijn vingers zijn de knoppen

nog nauwelijks te bedwingen

de scheuten staan op springen 

en reiken naar de rillende zon


kom hier en knuffel mijn sterke stam

samen gaan we de strijd aan

verjagen de microben 

en komen onbezorgd de hete zomer door


aan de zoete sappen van mijn takken

heeft zich al menigeen gelaafd

maar wie hooikoorts heeft 

kan nu beter even wijken

om de hinder in te dijken

mijn bloemen zijn volgroeid

mijn lentekriebels niet te stuiten

het zal er straks gaan stuiven



Roland Derveaux

Alomtegenwoordig, 

onzichtbaar voor het oog, 

pijnlijk, trefzeker, dodelijk.


Smakeloos, onvatbaar, 

vormeloos, harteloos,

koud, noch warm.


Geen wolk, geen nevel, 

eerder gas, maar ook niet dat, 

zoiets als damp voor het condenseren.


Kwade geest, sluipend gif,

kleurloos, reukloos, 

stil, uitdagend, fataal.


Media wekken angst,

geven hem een gezicht,

beeld van doffe ellende.


Laffe vijand, bange wezel, laat je zien!

Dappere ridders, koene dames, 

strijden met open vizier.


Pleeg- en zorgkrachten, komaan!

Volhouden!

Komaan! 



Roland Derveaux

VIRUS

Er roert iets, er broeit iets.

Er hangt iets in de lucht.

Toch zie je niets en hoort ook niets.

Je ruikt zelfs niets bijzonders.


Hier een klimplant, daar een heester,

een struik of bloesem van de boomgaard,

de bloeiende kerselaars.

Geuren die in elkaar overlopen

en soms verdrongen worden

door luchtjes uit de keuken,

van veeteelt of van landbouwactiviteit.

 

Niets ongewoons.

Behalve: minder uitstoot en lawaai

van motoren en fabrieken.

 

Wat is er dan zo erg dat overheden

gezinnen isoleren,

grootouders afzonderen,

bezoek van kinderen verbieden.

scholen en musea sluit,

manifestaties afgelast,

onnodig verkeer bestraft,

het economische hart verlamt

en boetes oplegt aan wie niet luistert.

 

Wat is het dan dat

een knuffel een bedreiging inhoudt,

mensen angstig tegen elkaar opzet,

hen onrustig maakt en bang,

Dat ze verschieten van een schaduw,

een ingebeelde geest,

het kraken van een twijgje.

Dat ze boos worden en gaan schelden,

elkaar zelfs haten en verwensen.

 

Ramen en deuren worden gesloten.

Ga weg! wordt er geschreeuwd.

Ga weg! en neem je kiemen mee,

verderfelijk individu.

 

Na dagen, weken van beperkingen

lijkt ieder ander wel verdacht

drager te zijn van een schimmel

die dodelijk efficiënt

zijn medewerkers kiest.

Zelfs een schuilkelder van beton

is nutteloos.

 

En Magere Hein, die kijkt tevreden toe.

Hij grinnikt, vergenoegd.

Zijn jaar kan niet meer stuk.



Roland Derveaux

ZONDER ZEIS

De mens handelt door geldingsdrang gedreven,

en vindt zo zijn plaats in de maatschappij.

Als iets de orde verstoort, zijn lustige leven bedreigt, 

komt hij in opstand. Hij is boos, begint te beven.


Maar voor het onbekende is hij bang.

Engelen en duivels kan hij negeren,

maar niet een genadeloze pandemie

die een rem zet op de vooruitgang.

  

Keizer of knecht, voor de dood gaan ze kermen. 

En toch verzet een deel zich tegen maatregelen

die de overheid hen probeert op te leggen, 

om zwakke medemensen te beschermen.


Wat is toch dit virus? Je hoort het niet, 

je ziet het niet, je ruikt en voelt het niet,

geen steek, geen jeuk, geen rode plek, en toch:

het woedt, vernielt en zorgt voor veel verdriet


Is het een vloeistof, een gaswolk of een geest?

Is het gevleugeld, is het misschien een beest?

Heeft het pootjes, klauwen, heeft het vinnen?

Is het een worm? Of behoort het tot de spinnen?


Dat allemaal is het niet. Toch is het een realiteit

die past in Darwins evolutietheorie van de soorten.

Dus is de vraag die we moeten durven stellen:

Kan de mens uitsterven? Is dat een kwestie van tijd?



Roland Derveaux

COVIRUSANGST

-PIEKUURTJE- -ONVRIJ-


de covidluis houdt stand

bij 38 graden min of plus

maar waar de sperwer landt

verdwijnt de huismus

een vogel kan niet fietsen

een fietser kan niet vliegen

en toch is de fietser vogelvrij

wil ik nu een vogel zijn

of gewoon een gelukszwijn

dat zich in modder wentelt

wijl de covidvlo knabbelt

aan vrijheid en gemoed

want dat is wat dat mormel doet

wie of wat doet het ding wat

hoelang nog ligt de aarde plat

wachtend op een afdoend artsenij



Roland Derveaux